In het Noord Oosten van het Groene Hart, tussen de riviertjes de Waver en de Oude Rijn, de Vecht en de Kromme Mijdrecht, ligt een uitgestrekt groen veenweidegebied: De Utrechtse Venen. Dit is het land van buitelende kieviten en snaterende eenden met sloten reikend tot aan de horizon. Een oer Hollands cultuurlandschap dat ooit gemaakt is en nog steeds onderhouden wordt door boerenhanden. Een prachtig gebied en de moeite waard om te behouden. Voor bewerkers, bewoners en iedereen die regelmatig of zo af en toe hier komt om te genieten van de rust en de ruimte.
OERBOS: Nu een weidse vlakte van weilanden en boerderijen, met in de verte het kerktorentje van Nieuwer ter Aa en de grote katholieke kerk van Vinkeveen, enkele eeuwen terug zag het er hier heel anders uit. Er was oerbos. Regelmatig worden er in de sloten en in de weilanden grote zware boomstammen gevonden die geconserveerd zijn door het veen. Bij het maaien of bij het baggeren komen de boeren ze tegen en kunnen schade veroorzaken aan de maaibalk of de graafmachine. Dit oerbos is langzamerhand verzwolgen door het veen dat ontstond doordat het grote binnenmeer achter de stuwwal in de Noordzee verzoette.
VEEN: De afgestorven planten vormden veen, grote pakketten laagveen en soms ook hoogveen werden afgezet. Door het veen stroomden vele riviertjes die het overtollige water afvoerden: de Aa, Waver, Angstel, Vecht, Bijleveld, Kromme Mijdrecht en Amstel zijn voorbeelden van zulke rivieren. (We hebben een rivierenfietstocht voor u klaar liggen). De Vechtplassen (Loosdrechtse en Vinkeveense Plassen) ontstonden doordat het veen werd afgegraven. Ook tussen Vinkeveen en Uithoorn ontstond een groot plassengebied. De turven, die van het veen gemaakt werden, gingen in scheepjes naar Amsterdam om daar te worden gebruikt als brandstof. Deze plassen werden rond 1900 allen drooggemalen en ingericht als landbouwgebied. De naam van onze gemeente, De Ronde Venen, heeft daar alles mee te maken.
DE VINKEVEENSE PLASSEN wilde men ook droogleggen, maar het is er nooit van gekomen. De bodem die, bestond uit zand, was ongeschikt voor de landbouw en werd toen gebruikt voor de aanleg van de Bijlmer in Amsterdam Zuid en de A2. Aan het eind van de Demmeriksekade, bij het gemaal, is de grote sluis, die de grote zandschuiten moest doorlaten, nog maar enkele jaren verdwenen. In het midden zijn de plassen tientallen meters diep en bij harde wind veroorzaakt deze diepte een gevaarlijke golfslag.
Onze camping bevindt zich dus op een dikke laag veen, dit heeft wel invloed op onze bedrijfsvoering. In een nat voorjaar kunnen we pas laat aan de slag met rollen en maaien. Regelmatig moeten de weilanden vlak gemaakt en opgehoogd worden omdat ze in het midden sneller inklinken. Veen in aanraking met zuurstof verteert. De schepen, die turf naar de steden brachten, kwamen meestal terug met huisvuil en dat werd op de weilanden gegooid. “Toedek” noemde men dit. Daardoor worden nog wel eens pijpenkoppen in het weiland en de bagger uit de sloten gevonden.
HOUTKADE: Tegenover de camping loopt de Houtkade, een wandeling waard. In de tijd van de ontginningen waren dit de achtergrenzen van de percelen. Er is ook het verhaal dat dit de grenzen waren tussen de bezittingen van de graven van Holland en de bisschoppen van Utrecht. Door de vele hoeken in de kades konden de legertjes elkaar zien aankomen. Deze kades lopen door de hele Utrechtse Venen. Op meerdere plaatsen kunt u erop fietsen of wandelen.
PESTBOSJES: In de omgeving van de camping zijn ze niet zo talrijk aanwezig, in de buurt van Kockengen nog een paar: de pestbosjes oftewel de geriefhoutbosjes. Boeren legden deze bosjes aan om regelmatig daar hout te kunnen kappen voor bijvoorbeeld hekpalen of stelen van schep en hooivork. Ook hoor je wel eens dat de koeien die aan de pest waren overleden er werden begraven, ver van de boerderij. Vanaf de camping kijkend in de richting van de kathedraal van Vinkeveen ligt ook een geriefhoutbosje dat in 2008 vanwege achterstallig onderhoud door Staatsbosbeheer is aangepakt. De ingekorte stammen en stobbenlopen wel weer uit.
ZUWE: is een oud woord. Het betekent “ Pad door het Moeras”. Overal in deze omgeving heb je zuwe’s. Je hebt de Wilnisse Zuwe, de Mijdrechtse Zuwe en hiernaast de boerderij de Ter Aase Zuwe. Ze werden gebruikt als kerkenpad. Een bekend kerkenpad, dat al enkele eeuwen oud is, is de Boterwal. Op de kaart van Blaeu uit de 16e eeuw staat de Butterdyck al ingetekend. Dit kerkenpad werd ook gebruikt door de boeren uit de omgeving om boter naar de markt te brengen.
BOERENHOEVE: Het oude model boerderij zoals dat vroeger in deze contreien gebouwd en gebruikt werd, staat vaak nog in volle glorie te pronken. De meeste boeren wonen er nog in, terwijl achter de boerderij meestal een grote melkstal staat waar de koeien in verblijven. De oude boerderij was een grote rechthoek waarbij het voorste gedeelte diende, en nog dient, als verblijfplaats van het gezin. Er achter, afgescheiden door een stevige muur, had je de schuur waarin de koeien in de winter verbleven. Ze stonden met de koppen naar elkaar toe en ze werden vanuit het midden gevoerd. Achter de koeien liep een goot waar de mest in viel. Daarachter een gedeelte waarover de boer kon lopen om de mest weg te kruien naar de mestvaalt buiten. Er zijn boerderijen, meestal de oudere, waar de hooioogst in het midden van de schuur werd opgeslagen. Later kwam achter de boerderij, vlakbij de achterdeur, een hooiberg. het hooi stond buiten en kon daar beter worden geventileerd i.v.m. hooibroei.
Naast de boerderij (oud model) werd vaak een zgn. zomerhuis gebouwd, hier verbleef de familie in de zomer in. Dit huis was kleiner dan de grote boerderij en was gemakkelijker schoon te houden. In de zomer had men geen tijd voor huishoudelijke werkzaamheden dus hoe kleiner hoe beter.
De boerderij van de familie van Eck is een typische ruilverkavelingsboerderij. In 1984 gebouwd. Langs de Demmeriksekade zie je alleen maar dergelijke boerderijen met een apart woonhuis en een aparte stal. Ga je bijvoorbeeld naar Vinkeveen over de weg die Demmerik heet zie je het oude model boerderij.